Kenmerken van het geweten

Voorgaande inventarisatie (zie Betekenis van de woorden geweten en moraal ) levert veel informatie op. Deze reflecteert de vele aspecten die je aan het geweten kunt onderscheiden. En daarmee evenzovele meningen daarover, of manieren waarop over dit begrip wordt gedacht of hoe het wordt ervaren.
Toch zijn er ook terugkerende thema’s in te ontdekken, die ik in de volgende kenmerken heb verzameld.


Afbeelding van een vraagteken om aan te geven dat de kenmerken van 'het geweten' niet eenvoudig zijn af te beelden.
Kun je de kenmerken van ‘het geweten’ uitbeelden?

Het zoeken naar een afbeelding van ‘het geweten’ brengt je bij teksten en boeken, niet bij personen of symbolen die het geweten vertegenwoordigen (zoals vrouwe Justitia met weegschaal voor Rechtvaardigheid, een duif voor Vrede, het Yin-Yang symbool voor de kosmische Dualiteit)
Blijkbaar is het moeilijk om de kenmerken van het geweten in beeld te brengen.
Het is dan ook een complex begrip.


Van thema’s naar kenmerken

Van terugkerende thema’s zijn kenmerken gemaakt die van een toelichting zijn voorzien.

Zelfbewustzijn

Het geweten is een speciale vorm van zelfbewustzijn waarmee je je doen en laten op morele kwaliteit beoordeelt: goed of slecht, juist of verkeerd.
Je ‘kijkt’ als het ware naar jezelf door een ‘morele’ bril.

Deze omschrijving blijft dicht bij de oorspronkelijke betekenis van conscientia (of suneidesis Gr.) waar het woord ‘geweten’ van is afgeleid (zie Betekenis van de woorden geweten en moraal). ‘Geweten’ betekent letterlijk: ‘samen weten‘, maar ook: ‘bij jezelf weten‘.

1 Het valt op dat er steeds sprake is van goed of slecht, van een keuze tussen twee uitersten, zonder gradaties.
Deze vorm van categoriseren van ervaringen is iets waar kinderen al vanaf hun geboorte intensief mee bezig zijn.

Ze maken al snel onderscheid tussen:
prettig en onprettig (bijv. verzadiging–honger, warm–koud); of
eigen–niet-eigen)

Dat levert voorkeuren op (bv. in de eerste vijf dagen al voor de geur van de melk van de eigen moeder).
maar ook tussen:
vaak voorkomend of niet; bekend  of niet (bv. geluiuen, muziek, klankgroepen in de taal die ze horen en moeten leren kennen) (zie Ons breinbeeld verandert deel 3 : Een hectisch eerste jaar).

Deze vorm van zwart–wit categoriseren is dus al heel vroeg in de ontwikkeling een vertrouwde manier om ervaringen te ordenen. Mogelijk is dat ook de (vroege) basis waarop morele classificatie ontstaat. ♦ 

Innerlijke discussie of ‘rechtszaak’.

Het ‘samen-weten’ wordt vaak ervaren als een innerlijke stem of innerlijke discussie, soms zelfs als een rechtbank.
Wanneer het geweten ‘spreekt’ is her alsof zich in onszelf een soort rollenspel afspeelt, met minimaal twee spelers: één die handelt en één die daar commentaar op levert.
Voor sommigen voelt het als een rechtszitting, met een rechter, een aanklager, een aangeklaagde en een raadsman.
Maar toch ben je het zelf die al die ‘rollen’ speelt.

Er zijn blijkbaar parallelle processen gaande waarbij je je bewust bent van jezelf als iemand die handelt, maar ook van het commentaar dat je zelf op dat handelen hebt.
Voor zelfbewustzijn zijn minstens twee parallelle processen nodig.

Voor de gewetensfunctie lijkt het erop dat er minstens drie nodig zijn: een voor het handelen (denken, doen, voelen, etc.); een voor het commentaar (goedkeurend, afkeurend, aansporend) en een voor het signaleren (monitoren) van die twee. ♦ 

Het geweten is persoonlijk

Het geweten oordeelt over het eigen handelen, niet over dat van anderen en is dus ‘eigen‘ of persoonlijk.
Door het persoonlijke karakter heeft het invloed op de manier waarop je jezelf ervaart: zoals op je zelfbeeld en zelfgevoel, en uiteindelijk op je identiteit.
Je denkt daarom, bijvoorbeeld,: “Ik ben geen dief. Dat soort gedrag past niet bij mij.” of “Ik ben een fatsoenlijk/deugdzaam/slecht mens.”

Het morele oordeel van het geweten blijft beperkt tot de eigen persoon, maar maakt m.i. wel deel uit van een algemenere moraal waarmee ook het handelen van anderen wordt beoordeeld. ♦ 

Morele emoties horen erbij

Door het geweten worden ook emoties opgeroepen.
Gevoelens van beloning, straf en plicht noren daarbij.

Het volgen van je geweten kan hoge waardering opleveren. Zeker wanneer je handelt ten behoeve van een ander of een goede zaak en daarbij ingaat tegen je eigenbelang, of andere risico’s met zich meebrengt.

Die hoge waardering kan een goed gevoel geven (tevredenheid, trots), het zelfrespect vergroten en gemoedsrust geven. Dat zijn positieve gevoelens die als beloning kunnen aanvoelen.
Deze positieve kant van het geweten krijgt meestal niet veel aandacht. Het wordt meestal als je plicht en vanzelfsprekend beschouwd om te doen wat je volgens je geweten moet doen.

Het geweten wordt vaak voorgesteld als streng, afkeurend, beschuldigend en straffend. Dat kan leiden tot negatieve gevoelens als: angst en schrik, schuldgevoel, schaamte, wroeging, negatieve zelfwaardering en somberheid.
Ook lichamelijke reacties horen daarbij, zoals: een knagend, pijnlijk of neerdrukkend gevoel. Bij schaamte komt blozen voor, een uniek menselijke reactie.
Deze gevoelens kunnen mild, maar ook heftig zijn en iemands leven gaan bepalen. Ze leiden vaak tot de neiging het onrecht weer goed te maken.

Gevoelens die Waarschuwen, of belonen /straffen

Morele emoties kunnen de functie hebben te waarschuwen voor de gevolgen van het toegeven aan een impuls (bijv. uit kwaadheid of begeerte). Ze kunnen een ‘voorproefje’ geven van hoe je je zou voelen wanneer je aan de impuls zou toegeven.

Morele emoties zijn er ook als reactie achteraf, waarbij ze voluit kunnen aanvoelen als beloning of straf, met consequenties voor je gevoel van eigenwaarde.
Berouw en wroeging zetten vaak aan tot het weer goed maken van de overtreding.

Autoriteit of corrupt?

Velen ervaren het geweten als een innerlijke instantie met veel, soms zelfs goddelijk gezag, zodat het ook niet kan falen en strikt moet worden gehoorzaamd.

Anderen ervaren hun geweten echter als plooibaar: ruim, of rekbaar; het kan (in slaap) worden gesust, of je kunt het met je geweten op een akkoordje gooien. Of het is te misleiden, of om te praten (zie bijv. Freud: Diagnostiek van het geweten).

Onfatsoen en wangedrag

In bovenstaande opsomming van kenmerken mis ik het onderscheid tussen onfatsoen en wangedrag.
Bij onfatsoen gaat het om het overtreden van conventies (gedragsregels, fatsoensnormen, zoals openbare dronkenschap, of naakt over straat lopen).
Bij wangedrag zijn er ernstige misdragingen waarbij aan anderen schade wordt toegebracht (zoals bij antisociaal gedrag: stelen, vernielen, mishandeling, doodslag, e.d.).
Dit laatste weegt meestal (afhankelijk van de cultuur) veel zwaarder in de morele veroordeling dan het eerste. Het is een onderscheid dat al voor jonge kinderen duidelijk is. ♦ 


← naar vorige hoofdstuk: Betekenis van het woord
naar volgende hoofdstuk: Vragen en antwoorden

——————————————————————- ©2015 horsey — laatst bijgewerkt op 29-10-2019

Info over de website → klik op Zoektocht / Home , Wegwijs of Inhoud
Plaats een reactie → scroll naar beneden of klik op Discussie
Met de Terug-knop van je browser ‘spring’ je naar de vorige webpagina.

  1. het rode symbool markeert een opmerking van de auteur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *