Het behaviorisme is volgens Skinner 1, de grondlegger van het radicale behaviorisme, de filosofie achter een aantal psychologische stromingen die zich richten op de bestudering van menselijk gedrag en de invloed van de omgeving op dat gedrag.
Dat kan gaan om uiterlijk waarneembaar gedrag, maar ook om innerlijke ‘gedragingen’, zoals gedachten en gevoelens.

Een bekende vorm daarvan is de leertheorie, die ten grondslag ligt aan de gedragstherapie. Deze leertheorie zoekt niet naar achterliggende verklaringen van gedrag, -zoals Freud (zie Freud) dat bijvoorbeeld wel deed-, maar zoekt naar methoden om gedrag te voorspellen en te beïnvloeden. 2
Daarbij wordt gezocht naar de manier waarop gedrag en gewoonten tot stand komen, dus worden aangeleerd.
Behaviorisme en het geweten
In de jaren dertig van de vorige eeuw begon een groep behavioristen de gewetensontwikkeling in gedragsexperimenten te onderzoeken.
Zij waren geboeid geraakt door Freuds klinische beschrijvingen en probeerden daarom zijn theorie in stimulus-respons-schema’s te herformuleren. 3.
Ze wilden weten hoe ouders in de opvoeding het beste ongewenst gedrag van hun kinderen konden afleren en onderzochten daartoe het effect van negatieve sancties daarop en de timing van die sancties.
Later probeerden Sears e.a. 4 het proces van internalisatie van normen en waarden in conditionerings-schema’s te operationaliseren. Maar zij slaagden daar niet in. 5
Een van de redenen daarvoor was dat ze onvoldoende rekening hielden met de invloed van het ontwikkelingsniveau van de kinderen die zij onderzochten. 6
Waarschijnlijk speelde ook de complexiteit van het proces van de gewetensvorming een rol.
Ondanks fundamentele verschillen, in theorie en werkwijze, waren er ook overeenkomsten met Freud. Zo stelden ook zij de vorming van het geweten en het internaliseren van normen en waarden centraal in hun theorie.
Verder meenden ook zij dat het geweten voornamelijk door negatieve ervaringen wordt gevormd.
Zij beschouwden het geweten echter als een verzameling van opgedane ervaringen die het gedragsrepertoire van een kind door conditionering zouden moeten gaan bepalen.
Hierbij liepen ze echter aan tegen eenzelfde soort probleem als ze ook hadden bij een poging de taalverwerving van kinderen te verklaren 7 : het is gewoon onmogelijk om alle mogelijke situaties een keer mee te maken om ze op die manier te leren kennen en te weten wat ermee te doen. 8
Skinner en de vrije wil

In latere jaren zou Skinner 9 vanwege zijn deterministische opvattingen over de aard en werking van het geweten, heftige polemieken uitlokken over het al dan niet bestaan van de vrije wil.
Hij wist daarmee maar weinigen voor zijn ideeën te winnen.
Hierna zijn er vanuit de leertheorie geen pogingen meer gedaan om een eigen theorie over de gewetensontwikkeling te formuleren.
Conclusie
De leertheorie is belangrijk gebleken voor de bestudering van de invloed die opvoedingsmethoden hebben op de vorming van het geweten. In de Engelstalige literatuur wordt hiervoor het begrip socialization gebruikt.
Zo heeft Patterson aangetoond dat methoden waarbij ouders gehoorzaamheid proberen af te dwingen, -bijvoorbeeld met verbaal of fysiek geweld-, leiden tot zichzelf versterkende interactiepatronen waarbij de kinderen zich gaan verzetten en zelf ook van dwingend gedrag gebruik gaan maken, wat tot een negatieve spiraal en onoplosbare gezinsproblemen kan leiden.
Verder is de, op de leertheorie gebaseerde, gedragstherapie effectief gebleken voor de behandeling van jeugdigen en volwassenen met ernstige gedragsstoornissen, zoals vormen van antisociaal gedrag 10.
Skinner over beïnvloeding van gedrag en over de vrije wil
Video (duur: 4 min. Engels)
——————————————————————- ©2016 horsey — laatst bijgewerkt op 21-10-2019
Info over de website → klik op Zoektocht / Home , Wegwijs of Inhoud
Plaats een reactie → scroll naar beneden of klik op Discussie
Met de Terug-knop van je browser ‘spring’ je naar de vorige webpagina.